Concentratie kamp

Op 4 augustus 1944 gebeurde waar Anne altijd al bang voor was, ze werden verraadden. In ruil voor geld veraadden. Op diezelfde dag werden ze ook opgepakt, en afgevoerd naar het concentratiekamp Westerbork. Daar werden ze gevangen gezet, Westerbork was een speciaal kamp voor onderduikers, ze kregen ook een speciale jodenster met de ¨s¨ erop voor strafgeval. Daar verbleven ze in cellen. Op 13 september 1944 wordt Anne en haar familie afgevoerd met een trein naar kamp Auschwitz. De treinreis duurt 3 dagen. Dan komen ze aan op kamp Auschwitz. Gelijk nadat ze zijn uitgestapt moeten ze hun spullen achterlaten en worden ze beoordeeld of ze sterk genoeg zijn voor werken. De familie Frank komt er doorheen maar zo´n 300 andere mensen halen de test niet. Zij worden verteld dat ze gaan douchen. Maar ze worden vermoord in een gaskamer. Ze werden met z´n allen in een grote douche kabine gestopt en er kwam blauw zuurgas uit de douchekoppen. Anne wordt gescheiden van haar ouders en is alleen nog met haar zus. Over Anne is er niet zoveel bekent wat er allemaal gebeurt is in het kamp maar, over haar oude vriendin Hannelie is wel veel  bekent zij is Anne tegengekomen in Auschwitz. Hannelie zat daar toen in de ´minder´ heftige kant. En midden in de nacht kwamen ze elkaar tegen. Hannelie vertelt dat ze over het hek met prikkeldraad een pakketje met eten had gegooid maar dat een andere vrouw het op had gevangen. En 3 dagen later probeerde ze het opnieuw. Deze keer ving Anne het wel op. Hannelie heeft de oorlog overleeft. Anne en haar zus overleden toen ze getransporteerd werden naar het kamp Auschwitz. Anne was net 2 weken te vroeg overleden.. Anders hadden ze de oorlog nog overleefd. De tijden in een concentratie kamp waren erg zwaar, eerst werd je in een overvolle trein gestopt en je kon niet zitten door de drukte. Daarna zat je een halve week in een trein. Bij aankomst waren er vele mensen overleden, toen werden de mannen en vrouwen apart gezet en gecontroleerd door een dokter. De sterkste moesten werken vanaf 15 jaar en de zwakke gingen 'douchen.'  Na de oorlog verwoestten de Duitsers alle douchzalen waar massamoorden werden uitgevoerd. Sporen werden gewist en de Duitsers waren weg. Lenie de Jong van Naarden overleefde de oorlog en kon vertellen: 'Alle passagiers in de vol geperste treinen hadden het erg zwaar, kinderen, vrouwen en mannen. De meeste kinderen sliepen staand en soms zittend tegen hun pa of ma aan.' Er is geen wc en met al die mensen begint het al gauw enorm te stinken. Daar sterft een man, daar huilt een vrouw... Zo ging het toen. Anne en Margot werden net overgeplaatst van Auschwitz-Birkenau naar Bergen-Belsen toen Anne stierf aan tyfus enige weken voordat Britten het kamp bevrijden. Hun moeder komt om in Auschwitz en hun vader overleefd de oorlog/het kamp en keert terug uit Polen.